Hogescholen zien forse krimp in studentenaantallen

Uit de referentieraming 2023 van het Ministerie van Onderwijs blijkt dat ongeveer 10% van de hogescholen tussen 2010 en 2043 te maken krijgt met een studentendaling van meer dan 20%. Deze afname zet de maatschappelijke functie van het hbo in bepaalde regio’s onder druk. De referentieraming, die de verwachte ontwikkeling van het aantal leerlingen en studenten in kaart brengt, vormt de basis voor de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en werd gebruikt in de Voorjaarsnota.

Investering in krimpregio’s

Om de maatschappelijke functie van hogescholen in krimpregio’s te waarborgen, trok het ministerie vorig jaar 45,1 miljoen euro uit. Dit bedrag werd verdeeld over elf hogescholen in regio’s waar het aantal studenten afneemt. De hogescholen in krimpregio’s bevinden zich voornamelijk in het noorden, oosten en zuiden van het land. Het grootste deel van het budget ging naar Fontys Hogeschool, NHL Stenden en de Hogeschool Zeeland. Opvallend is echter dat de daling van vooraanmeldingen voor het komende studiejaar bij sommige hogescholen in de Randstad, zoals Hogeschool van Amsterdam, Inholland, Haagse Hogeschool en Hogeschool Rotterdam, groter is dan bij hogescholen buiten de Randstad.

Figuur 1 Referentieraming 2024: Verwacht  totaal aantal Associate Degree, Bachelor en Master studenten in het hbo

Verdere daling in verwachte studentenaantallen

In de meest recente referentieraming van mei 2024 zijn de verwachte studentenaantallen verder naar beneden bijgesteld. Voor het studiejaar 2023-2024 zijn er 11.600 (-2,5%) minder hbo-studenten ingeschreven dan vorig jaar werd verwacht, wat het totaal op 459.700 hbo-studenten brengt. Twee factoren spelen hierbij een belangrijke rol: het aantal gediplomeerden dat direct vanuit havo, vwo en mbo (niveau 4) doorstroomt naar het hbo of wo, was lager dan verwacht. Daarnaast viel de instroom van internationale studenten tegen.

Regionale en sectorale verschillen

Het ministerie verwacht een verdere afname van het aantal hbo-studenten tot 2030, waarbij het totaal aantal studenten daalt van 459.700 nu naar 409.500 in 2030. Vooral het aantal voltijd-bachelorstudenten neemt af. Daarentegen wordt bij associate-degree-opleidingen en hbo-masters juist een toename van studenten verwacht.

Er zijn grote verschillen tussen opleidingssectoren, zo blijkt uit de Arbeidsmarktmonitor van Zestor uit 2023. In de periode 2022-2029 wordt bijvoorbeeld een afname van 19% verwacht in de sector Economie, terwijl de krimp bij Pabo-opleidingen slechts 1% bedraagt. Regionaal gezien is de verwachte afname van hbo-studenten in Randstedelijke provincies kleiner dan in de rest van het land. In Limburg wordt een forse afname van 20% verwacht, terwijl de krimp in Noord-Holland (-5%) en Utrecht (-4%) relatief klein blijft.

Figuur 2: Ontwikkeling van het aantal hbo-studenten per provincie in collegejaar ’29-’30 ten opzichte van collegejaar ’21-’22

Bron: Arbeidsmarktmonitor voor personeel in et hbo 2023, p. 28

Bron: referentieraming 2024