De gemiddelde loonkosten per gewerkt uur zijn tussen 2012 en 2022 in Nederland met 22,1% gestegen. In het onderwijs was de stijging het hoogst: 26,7% (na correcties voor structuureffect). Dat maakt het CBS bekend op basis van voorlopige cijfers.
Veranderingen in personeelsbestand effect op loonkosten
Dat de loonkosten hoger zijn, komt voor een deel door veranderingen in het personeelsbestand, bijvoorbeeld qua leeftijdsopbouw en opleidingsniveau. Dit zogenoemde structuureffect is te berekenen per bedrijfstak. Als er relatief meer hoogopgeleide en oudere werknemers bijkomen in een bedrijfstak, zullen de gemiddelde loonkosten stijgen. Komen er meer jonge werknemers in dienst, dan zullen de gemiddelde kosten voor het loon afnemen. Na het doorvoeren van deze correcties blijft de prijs van arbeid over.
Bron: CBS
Prijs van arbeid meest gestegen in onderwijs
De prijs van arbeid is het meest gestegen in het onderwijs. Er was een toename van 26,7% tussen 2012 en 2022. Opvallend is dat er in 2022 juist meer jonge, dus minder dure, medewerkers waren dan in 2012. Hierdoor was de totale loonkostenstijging in het onderwijs 24,2%, maar na de correcties voor het structuureffect is de stijging in deze sector juist het hoogst.
Andere bedrijfstakken waar de prijs van arbeid met meer dan een kwart is gestegen, zijn de gezondheids- en welzijnszorg (26,1%) en informatie en communicatie (25,9%).