De studentenaantallen in het hbo staan onder druk. Hoewel er tussen hogescholen onderling grote verschillen bestaan, is de tendens dat bij de meeste grote hogescholen de inschrijvingen voor het studiejaar 2024-2025 behoorlijk achterlopen.
De laatste tijd duiken er steeds meer artikelen op waarin de teneur is: er gaat bezuinigd worden in het hbo. “Saxion staat voor miljoenenbezuinigingen”, “Hanzehogeschool Groningen moet 15 miljoen euro bezuinigen”, “Avans heeft voor 2024 minder groot begrotingstekort dan verwacht”, “HvA stelt cijfers drastisch bij, verwacht zeker 30 miljoen te bezuinigen in 2025” en tot slot houdt de Hogeschool Fontys zelfs al rekening met een reorganisatie.
Bij de vakbond voor het beroepsonderwijs (BO) komen de eerste vragen over het hoe en waarom van een reorganisatie dan ook al binnen. Met dit artikel beogen we een algemene schets te geven van de wijze waarop een reorganisatie verloopt, wat de rol van de vakbonden daarin is en wat de vakbond daarin specifiek voor jou zou kunnen betekenen.
Belang van een sociaal statuut bij reorganisatie
Een aantal hogescholen heeft een geldend sociaal statuut. In een sociaal statuut staat op hoofdlijnen hoe de hogeschool handelt bij eventuele reorganisaties. In de cao hbo staat de aanbeveling van de Vereniging Hogescholen en de vakbonden dat iedere hogeschool er zorg voor draagt een actueel sociaal statuut voor handen te hebben. Door een sociaal statuut wordt de gevolgde procedure bij een reorganisatie duidelijk, voor zowel haar medewerkers als voor de organisatie. Een sociaal statuut heeft als doel kaders te scheppen voor een duidelijke en transparante procedure om als gevolg hiervan slagvaardig te kunnen zijn bij een reorganisatie.
Een sociaal statuut is niet hetzelfde als een sociaal plan. In een sociaal statuut staat de procedure bij een reorganisatie (en daarmee eventueel te komen tot een sociaal plan).
Wat is reorganisatie volgens de cao hbo?
Wat er onder een reorganisatie, ook wel herindeling of herstructurering genoemd, moet worden verstaan, vinden we in artikel R-2 van de cao voor het Hoger Beroepsonderwijs 2023-2024 (hierna: cao):
- de beëindiging van de werkzaamheden van de hogeschool of van een belangrijk onderdeel daarvan vanwege bedrijfseconomische of andere redenen;
- een belangrijke inkrimping, uitbreiding of andere wijziging van de werkzaamheden van de hogeschool of van een belangrijk onderdeel hiervan;
- een belangrijke wijziging in de organisatie van de hogeschool of van een belangrijk onderdeel daarvan;
- een belangrijke wijziging in de verdeling van de bevoegdheden, het aangaan, wijzigen of verbreken van duurzame samenwerking met een andere hogeschool of de invoering of wijziging van een belangrijke technologische voorziening voor zover dit ingrijpende gevolgen heeft voor een belangrijk aantal in de hogeschool werkzame personen;
- de wijziging van de plaats waar de hogeschool haar werkzaamheden uitvoert.
Reorganisatie hogescholen in de praktijk
Uit de praktijk blijkt dat als een College van Bestuur van mening is dat er geen sprake is van een reorganisaties (wat is een belangrijke wijziging? wat is een belangrijke inkrimping?) er ook geen reorganisatieplan gemaakt wordt. Als de hogeschool een reorganisatie wil doorvoeren, dan moet dit schriftelijk gemeld worden bij de medezeggenschap en de vakbonden die partij zijn bij het lokale cao-overleg. Via de Federatie van Onderwijsvakbonden (FvOV) zijn onze onderhandelaars rechtstreeks betrokken bij dit overleg.
De hogeschool moet een plan hebben waarin zij onder andere aangeeft wat de noodzaak voor de reorganisatie is, welke gevolgen het zal hebben voor de kwantitatieve bezetting en welke maatregelen men daarop van plan is te nemen. In het cao-overleg zal de hogeschool overeenstemming moeten bereiken over de arbeidsvoorwaardelijke gevolgen van de reorganisatie en zal een sociaal plan vastgesteld moeten worden.
Sociaal plan
In het sociaal plan worden de afspraken vastgelegd die met de vakbonden zijn gemaakt om de gevolgen van de reorganisatie zo goed mogelijk op te vangen. Omdat de situatie per hogeschool aanzienlijk kan verschillen, moet een dergelijk plan per hogeschool (of onderdeel daarvan) overeengekomen moeten worden. In feite zelfs per reorganisatie.
Er kunnen binnen één hogeschool verschillende sociale plannen worden afgesproken. Voorbeelden van afspraken die gemaakt worden in een sociaal plan zijn:
- de wijze waarop de reorganisatie zal verlopen
- herplaatsing van werknemers om de kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren
- de volgorde van uitstroming bij gedwongen ontslagen.
De vakbonden leggen het sociaal plan vervolgens ter instemming voor aan hun leden.
Hoe verloopt een reorganisatie?
Zoals gezegd kan de situatie en daarmee de inhoud van het sociaal plan per hogeschool behoorlijk verschillen, maar globaal verlopen de (meeste) reorganisaties in twee fasen.
Fase 1 reorganisatie
In fase 1 ligt de nadruk op de vrijwilligheid van maatregelen. Een werknemer is vrij om wel of niet aan de maatregelen deel te nemen. De eerste maatregelen die vrijwel altijd worden getroffen, zijn een gehele of gedeeltelijke vacaturestop, het niet-verlengen van tijdelijke contracten in de zin van de cao, het aanbieden van een RVU regeling en het beëindigen van niet-cao-contracten, zoals uitzendkrachten en detacheringen.
In deze fase kunnen mobiliteit bevorderende maatregelen met een vrijwillig karakter worden benut om zoveel mogelijk medewerkers met een boventallige functie te behouden. Te denken valt aan het accepteren van een functie elders binnen of buiten de hogeschool, vrijwillig vertrek, urenvermindering of het stimuleren van werktijdvermindering senioren.
Het is altijd aan te raden om contact met onze vakbond op te nemen en je te laten informeren en adviseren over de gevolgen van dergelijke vrijwillige maatregelen. Indien de afspraken die je met jouw werkgever maakt worden vastgelegd in een zogenaamde vaststellingsovereenkomst (VSO), kunnen wij deze overeenkomst indien gewenst voor je controleren. En let op: indien jouw eigen afspraak later ongunstiger blijkt te zijn dan de regeling in het sociaal plan, dan valt er niet op de met de werkgever gemaakte afspraak terug te komen.
Fase 2 reorganisatie
Nadat met de vakbonden is overlegd over de resultaten van de eerste fase, kan een fase aanvangen met een meer verplicht karakter. Er kan dan bijvoorbeeld sprake zijn van gedwongen herplaatsing en als de doelen van de reorganisatie nog niet zijn bereikt zelfs van gedwongen ontslag(en). In deze fase worden werknemers die herplaatst worden of die de organisatie moeten verlaten verplicht aangewezen. De anonimiteit is weg, werknemers krijgen een ‘rugnummer’.
Wie er uiteindelijk gedwongen zullen worden ontslagen, zal op grond van objectieve criteria (het gaat hier immers niet om het functioneren van een medewerker) dienen te worden vastgesteld. In het sociaal plan zullen de vakbonden met de hogeschool ook een procedure afspreken over de wijze waarop een medewerker bezwaar kan maken tegen het inzetten van verplichtende maatregelen. Deze afspraken zullen een onafhankelijke en juridisch correcte beoordeling van bezwaren moeten garanderen. Ook bij het indienen van bezwaren kunnen de juristen van BO jou van dienst zijn en je met raad en daad bijstaan.
Word lid van BO
BO kan jou dus informeren, adviseren en juridisch bijstaan als het gaat om reorganisaties binnen hogescholen. Nog geen lid van onze vakbond? Sluit je dan vandaag nog aan! Als je voor het eerst lid wordt, betaal je de eerste 6 maanden geen contributie.