Begin 2023 was de totale studieschuld van huidige en oud-studenten opgelopen tot 28,2 miljard euro, een stijging van 1,7 miljard euro ten opzichte van het voorgaande jaar. Sinds de invoering van het leenstelsel in 2015 is de studieschuld ieder jaar verder toegenomen en meer dan verdubbeld, zo blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS. Het leenstelsel komt in studiejaar 2023-2024 ten einde, waarbij de basisbeurs voor studenten in het hoger onderwijs wordt heringevoerd. Begin 2023 hadden meer dan 1,6 miljoen mensen een studieschuld. Het aantal mensen met een schuld is sinds 2021 gestabiliseerd, na jaren van toename. In 2023 hadden ruim 330 duizend mensen een studieschuld van meer dan 30 duizend euro, een toename van 26 duizend ten opzichte van 2022 en 215 duizend vergeleken met 2015. Meer dan 120 duizend mensen hadden een schuld van meer dan 50 duizend euro, terwijl 1,8 duizend personen een schuld van boven de 100 duizend euro hadden. De helft van de mensen met een studieschuld had minder dan 10 duizend euro, en 4 procent had een schuld van minder dan 500 euro.

Gemiddelde studieschuld blijft stijgen

Ook in 2023 was de gemiddelde studieschuld hoger dan het jaar ervoor. Sinds de invoering van het leenstelsel in 2015 is de gemiddelde schuld gestegen met 4,7 duizend euro, waardoor deze begin 2023 uitkwam op 17,1 duizend euro.

Hoogste studieschulden onder 25- tot 30-jarigen

Bij jongeren tot 25 jaar bleef de gemiddelde studieschuld begin 2023 gelijk. Jongeren onder de 20 hadden een gemiddelde schuld van 2,4 duizend euro, aangezien de meesten nog studeren en hun schuld nog verder zal toenemen. In de leeftijdsgroep 20 tot 25 jaar was bijna driekwart nog student en liep de gemiddelde schuld op tot 13,9 duizend euro.

De hoogste gemiddelde studieschulden werden gezien bij mensen tussen de 25 en 30 jaar, die vaak al hun studie hebben afgerond en bezig zijn met aflossen. Hun gemiddelde schuld bedroeg 22,9 duizend euro. Voor dertigers lag de gemiddelde schuld op 18,5 duizend euro.