In het voorjaar is er een onderwijsakkoord gesloten door de sociale partners in het primair en voortgezet onderwijs onder de naam ‘Samen voor het beste onderwijs’. Een belangrijk onderdeel van dit akkoord is de toewijzing van extra middelen om de werkdruk voor leraren en ander onderwijspersoneel te verminderen, zodat er meer tijd is om lessen goed voor te bereiden en daarmee de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Daarnaast is er extra budget beschikbaar gesteld voor professionalisering op het gebied van basisvaardigheden.

Veel mbo-instellingen hebben te maken met een groep leerlingen afkomstig uit het voortgezet onderwijs (VO). Omdat mbo-instellingen met een verticale scholengemeenschap voor deze VO-leerlingen dezelfde financiering ontvangen als reguliere VO-scholen, is in de cao voor het mbo, die voor de zomer van 2022 werd afgesloten, afgesproken dat de sociale partners op basis van de cao VO een vertaling naar de mbo-context zouden maken. Hoewel dit proces langer duurde dan verwacht, is met de bijgevoegde concepttekst duidelijk hoe deze aanpassing eruit zal zien.

Onderhandelaar Karssenberg licht toe: “Het was een uitdagend traject vanwege de grote verschillen tussen de cao’s en sectoren, maar deze overeenkomst zorgt ervoor dat het onderwijspersoneel dat werkt met VO-leerlingen in het mbo hier daadwerkelijk baat bij zal hebben. Zo komt er een individueel budget van 40 uur voor iedere fulltime werknemer, waarmee keuzes gemaakt kunnen worden binnen het compartiment van 1200 uur. Deze maatregel helpt om de verschillen in arbeidsvoorwaarden tussen VO-personeel in het mbo en VO-scholen niet verder te laten groeien.”

De volledige concepttekst voor de aanpassing van de cao mbo kun je hier vinden.